Ik heb al vele keren gelezen dat de woningmarkt bijna altijd achter de feiten aan loopt. Het afstemmen van vraag en aanbod lijkt niet te lukken. Misschien komt dat omdat we de ontwikkelingen van de woningmarkt voor een belangrijk deel laten afhangen van de economische ontwikkelingen en niet van de demografische ontwikkelingen. Dat lijkt mij niet logisch, maar is in de praktijk wel de gewoonte.
In het Financieel Dagblad schrijft Mathijs Bouman “Het aantal nieuwe woningen wordt niet bepaald door de markt, maar door de bureaucratie”. In een helder verhaal over de Nederlandse woningmarkt legt hij uit dat we niet bijbouwen als de prijzen stijgen en wel een bouwstop invoeren als de prijzen dalen.
Als we naar de huidige ontwikkelingen op de woningmarkt kijken dan zien we aanzienlijke prijsstijgingen. In Amsterdam zijn de huizenprijzen sinds eind 2013 met 53% gestegen. In Rotterdam en Den Haag met 30%. Het aantal transacties daalde belangrijk tot wel 12% in het afgelopen derde kwartaal ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden.
Een markt met stijgende prijzen en een dalend aantal transacties betekent dat er een gebrek aan aanbod is. Je zou verwachten dat marktpartijen nu als een speer gaan bouwen om het aanbod te verruimen. Niets is minder waar. Op de woningmarkt werkt het niet zo.
Niet vraag en aanbod maar bureaucratie bepaalt wat er gebeurt. Op zich heb ik helemaal geen bezwaar tegen regels en voorschriften, maar dan moeten ze wel ten diensten staan van een helder, consequent en ambitieus plan over de richting die we ( met onze gekozen politici) op willen gaan. Regels en voorschriften worden gemaakt om ons te faciliteren. Nu heb ik de indruk dat ze er zijn om ons te beperken.
Het afstemmen van vraag en aanbod in de woningmarkt lijkt in de praktijk echter weerbarstig. Het CPB publiceerde dit jaar een rapport waarin ze laten zien dat de elasticiteit van het woningaanbod sterk afhankelijk is van een tijdsperiode. In economische tijden van voorspoed zorgen de stijgende woningprijzen niet voor een stimulans om meer het aanbod te creëren. Dat komt pas later op gang als de prijzen zich reeds stabiliseren. Zoals bij vele cycli zal daarna een daling van economische activiteiten inzetten. Bij deze laatste ontwikkeling reageert de aanbodzijde sneller en zal het nieuwbouw-volume afnemen.
Om deze situatie te veranderen zullen we dus aan ‘andere knoppen’ moeten gaan draaien. Dit vraagstuk beperkt zich niet tot de economische ontwikkelingen en woningbouw. Het gaat om een breder plaatje waarin, wonen, werk, stedelijke ontwikkeling, infrastructuur, milieu, scholing en economie samen in een heldere visie over de toekomst staan. Vanuit die visie maken we het beleid, waarin we de voorschriften en regels daar op afstemmen. Op landelijk, regionaal en gemeentelijk niveau dienen de regels deze visie te ondersteunen. Ze zorgen er voor dat we flexibel kunnen werken aan het einddoel dat we voor ogen hebben; een samenleving maken waar iedereen kan worden voorzien van een belangrijke basisbehoefte, een passende woning.
Wil je het hele artikel van Mathijs Bouwman lezen? Klik dan hier.
Zoek je een leuk huis in Rotterdam? Neem dan contact met mij op.